Cursus: Test Boekmodule kopie ZHjr2 | Start

    • De ziekenhuismodule start met een landelijke STARtclass. Het onderwijsmateriaal dat gebruikt wordt tijdens deze landelijke cursus is hier te vinden. Meer informatie ontvang je via de Schola Medica.

    •  

      Je leren kun je coördineren! Daarmee werd al een start gemaakt in het eerste jaar van de huisartsopleiding. Er werd kennis gemaakt met thema’s als zelfsturend leren, je persoonlijke leerstijl en het opstellen van leerplannen.

      Ook in het tweede jaar gaan we het leren optimaliseren door o.a. het opstellen van een leerplan. Waar wil jezelf de focus op gaan leggen in de ZH-stage? Hoe kan je je doelen bereiken? In het onderwijsprogramma van vandaag gaan we werken aan je persoonlijke leerplan.

      Veel succes!

      In het tweede jaar loopt de aios verschillende externe leer werk periodes door. Het is de bedoeling dat de aios vooraf, maar ook tijdens de stage bewust bezig is met het formuleren, behalen en evalueren van medische leerdoelen. Tevens geeft de aios aan op welke wijze hij met deze leerdoelen aan de slag denkt te gaan.
      Daarnaast formuleert de aios een aantal persoonlijke leerdoelen. Deze kunnen voortkomen uit eigen reflectie of zijn gerelateerd aan feedback die de aios in de periode voorafgaand aan, of ten tijde van de stage heeft ontvangen. Behalve dat de aios eigen leerdoelen moet formuleren dient hij zich ook af te vragen op welke wijze hij deze wil gaan behalen.
      Tevens kan de aios er voor kiezen om bepaalde accenten te leggen op een aantal van de specifieke, instellingsgebonden doelstellingen.
      De leerdoelen worden vastgelegd in het e-portfolio op het leerdoel en –plannen formulier.
      De aios neemt aan het begin van de stage de leerdoelen met de stagebegeleider door.
      De docenten bekijken de leerdoelen en plan van aanpak in het e-portfolio.  Het is de verantwoordelijkheid van de aios zelf de leerdoelen op en bij te stellen,  en er voor te zorgen dat deze geregeld ter sprake komen.

      Tussenevaluatie

      De Tussenevaluatie is een goed moment om stil te staan bij het leerproces en te kijken waar de uitdaging/inspiratie ligt om mee aan de gang te gaan. 

      In tweetallen de volgende vragen doorlopen:

      • Welke leerdoel heb je al bereikt en kan van je lijstje af?
      • Welk leerdoel ben je nog niet aan toe gekomen en wil je wel graag aandacht aan besteden de komende weken? Wat is hier voor nodig (concreet)? Bij deze leerdoelen kan je er profijt van hebben dat je deze in het begin hebt besproken met je opleider. Je kan dan makkelijker ruimte hier voor ”eisen”.
      • Welk leerdoel heb je van tevoren niet bedacht, maar zou je naar aanleiding van wat je de afgelopen weken hebt ervaren/gezien óf naar aanleiding van je tussenbeoordeling mee aan de slag willen?
      • En hoe ga je dat doen?

      Plenair: evt problemen met leerdoelen inventariseren en uitwerken 

      Bij eindgesprek  met docenten komen de leerdoelen c.q. kernkwaliteiten/valkuilen als vanzelf terug, doordat aios deze in hun  eindverslag moeten beschrijven: 

      Verslag eindbeoordelingsgesprek aios met opleider 

      • Belangrijkste leerdoelen en bijbehorende competenties van deze stage:
      • Persoonlijke ontwikkeling tijdens deze stage
      • Feedback van opleider in eindgesprek en reflectie hierop

       

      Thema's, KBA's en lijnen

      Thema: n.v.t.

      Lijn: professionaliteit

      Actief leren

      • stelt door middel van reflectie periodiek de persoonlijke leerbehoefte vast, neemt planmatig deel aan deskundigheidsbevordering en evalueert het effect
      • werkt systematisch en doelgericht aan het eigen leren, op basis van zelfreflectie, feedback en toetsresultaten
      • stelt concrete leervragen aan opleider, docenten en anderen en neemt initiatieven om nieuwe dingen te leren
      • maakt voor specifieke leerdoelen een plan van aanpak, voert dit uit en evalueert het leerresultaat

       

      Leerdoelen
      1. De aios stelt medisch inhoudelijke en persoonlijke leerdoelen op met betrekking tot de ZH stage.
      2. De aios kan een leerplan opstellen met leerdoelen. 

      Curriculumcommissie

      akkoord: september 2019

      Beheerder

      M.Vermeulen

      Revisies
      Versienr. Datum herziening Beheerders
      2. oktober 2019 M.Vermeulen, M. Djajadiningrat

      Datum van wijziging: juli 2019
      • Kernkwadranten zit nu nog alleen in de GGZ module
      • In een powerpoint zijn de voor de stage relevante thema’s van het LOP toegevoegd.
      • Het opstellen van leerdoelen volgens de SMART-methode is vervallen. Dit om beter aan te sluiten bij het format van leerdoelen in het eportfolio.

       

         

    • Klik hier om naar de aparte EBM-pagina te gaan

      Bij 'jaar 2' vind je de informatie die nodig is voor kritisch lezen onderwijs.

      • 2

        In dit onderwijsprogramma wordt kennis opgedaan over spoedeisende ziektebeelden bij kinderen. Er worden zowel acute ziektebeelden die je frequent in de huisartsenpraktijk ziet besproken, als ook zeldzamere beelden die je absoluut niet wilt missen. Dit programma sluit aan op het programma acuut ziek kind in jaar 1, waarin de focus lag op het onderzoeken en herkennen van het zieke kind.

        Een aantal ziektebeelden zijn in jaar 1 mogelijk ook al de revue gepasseerd. Omdat ze erg zeldzaam zijn, maar je ze als huisarts niet wilt missen, kunnen ze hier nogmaals behandeld worden, naar gelang de behoefte van de aios. Verschil met het programma van jaar 1 is dat het hier gaat om pure kennis over acute ziektebeelden, en niet over het beoordelen of herkennen van een ziek kind. Wel wordt het onderscheid tussen pluis en niet pluis bij de verschillende ziektebeelden besproken.

         

        Thema's, KBA's en lijnen

        Thema: Spoedeisende zorg

        KBA: Stelt het toestandsbeeld vast van een patiënt met acute ziektebeelden met behulp van de ABCDE systematiek en voert daarbij de noodzakelijke handelingen uit. (Thema kind: KBA 1: voert een consult uit met een acuut ziek kind)

        Competentiegebieden: Medisch handelen

        Leerdoelen

        De aios:

        1. Bespreekt de meest voorkomende en zeldzamere acute ziektebeelden bij kinderen van 0 tot 18 jaar op de spoedeisende hulp en in de huisartsenpraktijk van symptomen tot behandeling en complicaties
        2. Kan benoemen welke rode vlaggen bij de besproken acute ziektebeelden bij kinderen horen.

        Curriculumcommissie

        akkoord: september 2019

        Beheerder

        L.Niessen

        Revisies
        Versienr. Datum herziening Beheerders
        2019.4.2. september 2019 L.Niessen, K.Bolt, M.v.d.Dool

        Datum van wijziging: juli 2019

        Dit programma vervangt het programma het zieke kind van jaar 2. Het onderdeel communicatie met kinderen en het onderzoek van het zieke kind is komen te vervallen. Het programma is ingekort naar een middagprogramma.

         

           


        • 2

          In dit onderwijsprogramma komen verschillende groepen intoxicaties aan bod. Je leert deze te herkennen, maar vooral ook hoe je hierover informatie kan vinden en welk beleid je hierbij maakt.

           

          Thema's, KBA's en lijnen

          Thema: Spoedeisende zorg:

          KBA (kenmerkende beroepsactiviteiten):

          1. Stelt het toestandsbeeld vast van een patiënt met acute ziektebeelden met behulp van de ABCDE systematiek en voert daarbij de noodzakelijke handelingen uit.

          Thema: Korte episode zorg

          KBA (kenmerkende beroepsactiviteiten):

          1. Schat de urgentie van de hulpvraag in en bepaalt de soort verrichting die noodzakelijk is (telefonisch consult, consult of visite). 
          2. Verheldert de hulpvraag, neemt de anamnese af en voert onderzoek uit. 
          3. Voert aanvullende diagnostiek uit. 
          4. Stelt de behandeling en het beleid in, informeert en adviseert.

          Leerdoelen

          De aios:

          1. Zoekt op de juiste plek zoals het NVIC betrouwbare informatie over intoxicaties en past deze toe.
          2. Kan de verschillende toxidromen onderscheiden en herkennen obv symptomen.


          Curriculumcommissie

          akkoord: april 2021

          Beheerder

          L.Niessen

          Revisies
          Versienr. Datum herziening Beheerders
          2021.01.01 april 2021 L.Niessen, K. Aan de Stegge

          Datum van wijziging: april 2021 

          De inhoud van het programma is aangepast naar de huidige tijd, de toename van het gebruik van lachgas maakt dat dit middel een plek heeft gekregen in het onderwijs. Naar minder frequente intoxicaties worden wel bronvermeldingen gedaan maar zijn niet meer deel van het onderwijs (zoals paddenstoelen).

          Het is een keuze-OWP in het nieuwe curriculum maar naar aanleiding van de wensen van docenten en aios wordt het wel als vast programma ingeroosterd in jaar 2. 

             


          • 2

            In dit programma van 2 uur komen de meest voorkomende endocriene stoornissen aan bod, zoals schildklierstoornissen en ontregelde DM. Je leert herkennen, de juiste diagnostiek aan te vragen en een behandelplan op te stellen of tijdig en op een juiste manier door te verwijzen. Ook zeldzame(re) stoornissen komen aan bod, zoals de ziekte van Addison en Cushing. Herkennen van deze ziektebeelden is het voornaamste.

             

            Thema's, KBA's en lijnen

            Thema: Spoedeisende zorg

            KBA:

            1. Stelt het toestandsbeeld vast van een patiënt met acute ziektebeelden met behulp van de ABCDE systematiek en voert daarbij de noodzakelijke handelingen uit.


            Thema: Korte episode zorg

            KBA:

            1. Schat de urgentie van de hulpvraag in en bepaalt de soort verrichting die noodzakelijk is.
            2. verheldert de hulpvraag, neemt de anamnese af en voert onderzoek uit.
            3. Voert aanvullende diagnostiek uit.
            4. Stelt de behandeling en het beleid in, informeert en adviseert.

            Leerdoelen

            De aios:

            1. Kan uitleg geven over hoe je schildklierproblemen diagnosticeert en deze behandelt volgens de NHG-richtlijn.
            2. Kan de aanpassingen benoemen bij schildklierproblemen van specifieke groepen, zoals ouderen en zwangeren.
            3. Kan de kenmerken benoemen en te verwachten bevindingen van het lichamelijk onderzoek beschrijven van ontregelde diabetes, de ziekte van Addison en de ziekte van Cushing.
            4. Kan uitleg geven over de diagnostiek, behandeling en verwijzing bij ontregelde diabetes, de ziekte van Addison en de ziekte van Cushing.


            Curriculumcommissie

            akkoord: december 2019

            Beheerder

            L.Niessen

            Revisies
            Versienr. Datum herziening Beheerders
            2020.01.01 januari 2020 E.Mackintosch, W.Bedaux

            Datum van wijziging: april 2022

            Dit was een vast programma, het is in april 2022 een keuzeprogramma geworden.

            Datum van wijziging: januari 2020

            1. Er is meer aandacht voor schildklierproblemen
            2. De calciumhuishouding is verplaatst naar aanvullend en wordt niet meer besproken tijdens dit onderwijs (evt wel tijdens onderwijs dat gegeven wordt door nefroloog).


             

               


            • 2

              Wat doe je in de praktijk met een afwijkende nierfunctie? Hoe beïnvloedt deze mijn beleid en waar moet ik ook weer op letten in de toekomst? Hoe zat het ook weer met de formules die je gebruikt om de nierfunctie te bepalen? En wat is de achtergrond van acute en chronische nierschade? Wat kun je als huisarts doen bij een teruglopende nierfunctie? Bij dit onderwijs gaan we in op deze vragen en krijg je antwoorden en handvaten hoe je als huisarts hiermee dealt. 


              Thema's, KBA's en lijnen

              Thema: Spoedeisende zorg

              1. Stelt het toestandsbeeld vast van een patiënt met acute ziektebeelden met behulp van de ABCDE systematiek en voert daarbij de noodzakelijke handelingen uit.
              2. Legt bevindingen, diagnose en beleid vast en draagt deze helder over.

              Thema: Korte episode zorg

              KBA:

              2. Verheldert de hulpvraag, neemt de anamnese af en voert onderzoek uit.
              3. Voert aanvullende diagnostiek uit.
              4. Stelt de behandeling en het beleid in, informeert en adviseert.

              Thema: Chronische zorg

              KBA:

              2. Registreert, deelt data met medebehandelaars en stelt beleid bij.
              3. Begeleidt en evalueert de zorg verleend door assistente en POH.
              4. Markeert het moment dat er sprake is van een chronische ziekte, die behandeling en controle behoeft.

              Thema: Preventie

              KBA:

              2. Stelt, samen met een patiënt, een individueel zorgplan op ter preventie van een chronische ziekte.

              Leerdoelen

              De aios:

              1. Doelmatige aanvullende onderzoeken uitvoeren om te differentiëren wat de oorzaak van het nierfunctieverlies is
              2. Uitleggen welk effect een verminderde nierfunctie heeft op andere orgaansystemen en de invloeden van orgaansystyemen op de nierfunctie
              3. Factoren herkennen die bij patiënten chronische nierschade kunnen uitlokken
              4. Bij het voorschrijven van medicatie rekening houden met een potentieel negatieve invloed op de nierfunctie en andersom: dat de nierfunctie van invloed is op het effect/spiegel van bepaalde medicatie.



              Curriculumcommissie

              akkoord: april 2021

              Beheerder

              L.Niessen

              Revisies
              Versienr. Datum herziening Beheerders
              2021.01.01 april 2021 L.Niessen, A.Boonstra

              Datum van wijziging: april 2021

              Was al een bestaand programma maar is nu op ELO geplaatst voor volledigheid en inzicht in inhoud curriculum. 

                 

            • Is vervangen door Diagnostische denkfouten Keuze Jaar 1 maar wordt nog gegeven aan aios in Jaar 2 die dit onderwerp nog niet in Jaar 1 hebben gekregen.


              • 4

                Patiënten met een delier hebben een sterk verhoogde mortaliteit en morbiditeit. Ook is er een verhoogd risico op het krijgen van dementie. Zaak dus om een delier te voorkomen of vroegtijdig te behandelen!

                In dit onderwijsprogramma van een uur wordt kennis opgedaan over de herkenning en behandeling van een delier. Maar het gaat ook over wanneer je een patiënt thuis behandelt en wanneer je een patiënt instuurt. Dit kan een lastige overweging zijn. Het palliatief delier zal terugkomen in de Chronische Zorg module.

                 

                Thema's, KBA's en lijnen

                Thema 4:  Ouderenzorg. 6. Psychische klachten en aandoeningen.

                KBA:

                4.3: Behandelt intercurrente ziekten in samenhang met de bestaande (complexe) problematiek. Houdt rekening met de invloed die een intercurrente ziekte kan hebben op andere aspecten van de gezondheid en het functioneren.

                6.3: Diagnosticeert acute psychiatrische stoornissen en zet de benodigde behandeling in.

                Leerdoelen

                De aios:

                1. Kent de signalen van een (stil) delier bij een patiënt.
                2. Weet wat nodig is om een patiënt met een delier thuis  te behandelen volgens de NHG richtlijn.
                3. Weet wanneer een patiënt met een delier naar de 2e lijn verwezen moet worden.

                Curriculumcommissie

                akkoord: december 2019

                Beheerder

                L.Niessen

                Revisies
                Versienr. Datum herziening Beheerders
                2020.1.0. januari 2020 L.Niessen, E. Marsch, W. Bedaux, J. van Rheenen.

                Datum van wijziging: januari 2020

                Het programma is ingekort van 90 naar 60 minuten
                De ppt is aangepast, de herhaling van de NHG standaard is eruit gehaald.

                Er zijn 2 werkvormen mogelijk, waarbij de voorkeur gaat naar de bespreking van de ingebrachte casuïstiek van de aios. 

                   

                • Handout Delier met notities Bestand
                  Niet beschikbaar tenzij: De activiteit Evaluatie programma Delier als voltooid is aangeduid.

                •  

                  Teamwork
                  Coming together is a beginning
                  Keeping together is progress
                  Working together is success

                  -Henry Ford-

                  In de zorg voor alle patiënten, maar in het bijzonder ouderen, kwetsbare of complexe patiënten is goede communicatie en afstemming van groot belang. Dit onderwijsblok gaat in op samenwerken en overdracht van informatie tussen huisarts en specialist. Hoe kun je er samen voor zorgen dat deze patiënt de juiste zorg krijgt: wat is je vraag als huisarts aan de 2e lijn, zuiver diagnostisch, is er een zorgprobleem, kan deze patiënt nog wel naar huis na ontslag? Door te reflecteren op verwijsbrieven en casuïstiek, leer je wat belangrijk is in de samenwerking tussen 1e en 2e lijn. 

                  Thema's, KBA's en lijnen

                  Thema: n.v.t.

                  Lijn: SMO

                   

                  Leerdoelen
                  1. Verwijst of overlegt aan de hand van de “KERN uit de HASP” en volgens de NHG-richtlijnen. 
                  2. Kent de regionale & transmurale afspraken met samenwerkingspartners binnen de eerste en tweede lijn (sociale kaart).
                  3. Kan constructief de samenwerking met een collega bespreekbaar maken. 

                  Curriculumcommissie

                  akkoord: december 2020

                  Beheerder

                  L.Niessen

                  Revisies
                  Versienr. Datum herziening Beheerders
                  2020.01.01 December 2020 L.Niessen, L.Meijer

                  Datum van wijziging: December 2020
                  • Dit programma is ontstaan vanuit de behoefte een overlappend programma namelijk samenwerking Huisarts/specialist en nazorg na ontslag te ontdubbelen. Tegelijk was er wens om “zorg op de juiste plek” in het curriculum te behandelen. Nazorg na ontslag wordt voortaan in jaar 3 behandeld. 

                     

                • Klik hier om naar alle keuzeonderwerpen te gaan



                  • 02

                    Als huisarts zien we relatief frequent klachten van de kleine specialismen op het spreekuur. Hoewel spoedeisende situaties zich hiervan relatief weinig voordoen, is het belangrijk te weten hoe te handelen als zich een casus aandient. 

                    Omdat we in de eerste lijn beperkt mogelijkheid hebben om een patiënt met KNO & oogproblematiek aanvullend te onderzoeken (zoals bijvoorbeeld met spleetlamp, refractie/visus, met fundoscopie,, audiometrie en beeldvorming) zijn we aangewezen op een gedegen anamnese en lichamelijk onderzoek. Welke middelen zijn in welke situaties als huisarts belangrijke tools om in te zetten, wat sluit je uit en met welke zekerheid. Het zal gaan om: “Wat kan ik in de eerste lijn houden in de acute situatie?” en “Welk rood of afwijkend oog moet naar de oogarts, bij welke alarmsymptomen stuur ik een patiënt naar de KNO-arts?”

                    Thema's, KBA's en lijnen

                    Thema: Spoedeisende zorg

                    KBA:

                    1. Stelt het toestandsbeeld vast van een patiënt met acute ziektebeelden met de ABCDE systematiek en voert daarbij de noodzakelijke handelingen uit.
                    3. Legt bevindingen, diagnose en beleid vast en draagt deze helder over.

                     

                    Leerdoelen

                    Oogheelkunde:
                    De aios:

                    • 1. Kan de onderscheidende factoren benoemen die helpen differentiëren in oorzaken van (sub) acute visusklachten

                    KNO:
                    De aios:

                    • 2. Kan op basis van de belangrijkste indicatoren/bevindingen bij anamnese en lichamelijk onderzoek acute KNO pathologie onderscheiden van minder-of niet bedreigende oorzaken.

                    Dermatologie:
                    De aios:

                    • 3. Herkent de dermatologische ziektebeelden die een fulminant beloop hebben en op korte termijn specialistische follow up behoeven

                    Curriculumcommissie

                    akkoord: mei 2020

                    Beheerder

                    L.Niessen

                    Revisies
                    Versienr. Datum herziening Beheerders
                    2020.1.0. mei 2020 L Niessen, J van Rhenen, W Bedaux

                    Datum: Mei 2020

                    Dit is een nieuw onderwijsprogramma.

                       


                    • 2

                      Dit onderwijsprogramma gaat over acute klachten van zwangeren en acute gynaecologische problematiek. 

                      Zwangeren worden meestal niet meer door de huisarts begeleid, maar door een verloskundige. Soms komen er echter zwangere vrouwen op het spreekuur van de huisarts voor klachten die niet direct verband lijken te houden met de zwangerschap. Het kan voor de huisarts lastig zijn om onderscheid te maken tussen onschuldige klachten en symptomen die het begin zijn van ernstige zwangerschapscomplicaties. Daarnaast zijn veel voorkomende acute problemen bij zwangeren lastiger te herkennen, zoals bijvoorbeeld een appendicitis. Verder zijn er klachten die specifiek bij zwangeren voorkomen, bijvoorbeeld huidbeelden die erg hinderlijk kunnen zijn. Het is belangrijk je te realiseren dat de behandeling van een zwangere vrouw soms anders is dan van de “niet zwangere”. Je maakt bij een zwangere andere keuzes t.a.v. differentiaal diagnoses, diagnostiek, maar ook met de behandeling hou  je hier rekening mee. Welke medicatie heeft de voorkeur of wordt juist níet gegeven? 

                      Buiten problemen in de zwangerschap komen ook acute gynaecologische klachten aan bod  zoals EUG,PID en torsio ovariae.

                      Er is bewust gekozen het onderwerp bloedverlies bij zwangeren, zonder bijkomende klachten, in het tweede en derde trimester buiten beschouwing te laten, omdat deze vrouwen eigenlijk allemaal buiten de huisartsenzorg om worden behandeld via de verloskundige of gynaecoloog. 

                       

                      Thema's, KBA's en lijnen

                      Thema: Spoedeisende zorg

                      KBA:

                      1. Stelt het toestandsbeeld vast van een patiënt met acute ziektebeelden met behulp van de ABCDE systematiek en voert daarbij de noodzakelijke handelingen uit.
                      7. Organiseert het medisch beleid ism andere (para)medische hulpverleners en mantelzorgersbevindingen.

                      Leerdoelen

                      De aios:

                      1. Kan een differentiaal diagnose bij vrouwen met acute buikpijn opstellen rekening houdend met een eventuele zwangerschap en het trimester waar zij dan in verkeren.
                      2. Weet adequaat te handelen bij symptomen van pre-eclampsie en HELLP. 
                      3. Kan op basis van de kliniek/presentatie een passend beleid opstellen bij zwangerschapsdermatosen.
                      4. Gebruikt adequaat de bronnen voor verantwoord medicatiegebruik bij zwangeren.

                      Curriculumcommissie

                      akkoord: Juni 2020

                      Beheerder

                      L.Niessen

                      Revisies
                      Versienr. Datum herziening Beheerders
                      2020.1.0. Juli 2020 W Bedaux, J van Rhenen, M Rijksen, L Niessen 

                      Datum juli 2020:

                      Bij het verschijnen van dit nieuwe blok zijn de verschillende gerelateerde oude blokken (APLA,miskraam, gyn en zwangerschap) samengevoegd. De inhoud is toegespitst op acute zorg en “adoptie, apla, miskraam” zijn hierbij komen te vervallen, geprobeerd is overlappend onderwijs met materiaal in andere blokken/jaren zoveel mogelijk te verwijderen.   

                         

                      • Handouts spoedeisende somatiek: acute problemen zwangerschap en gynaecologie Map

                      • 2

                        Tijdens de STARtclass heb je uitgebreid kennis gemaakt met de opvang van acute buikpijn en het opstellen van een differentiaal diagnose. Dit onderwijsprogramma gaat daar op voort. Waar bij de STARTclass de nadruk lag op het functioneren op de SEH en de bijbehorende pathologie, wordt bij deze onderwijsmodule de nadruk gelegd op de abdominale ziektebeelden die je in een spoedsituatie als huisarts vaker tegen zal komen.

                        Bij een patiënt met een acute buikpijn is het in de huisartspraktijk belangrijk dat je goed onderscheid kan maken tussen acute problemen die direct verwezen en behandeld dienen te worden en problemen die je wellicht zelf kunt oplossen. Met de middelen die je als huisarts voorhanden hebt, valt dat niet altijd mee… gelukkig kan je diagnostiek aanvragen, maar wat vraag je precies aan en wat levert het je op?

                        Veel succes!


                        Thema's, KBA's en lijnen

                        Thema: Spoedeisende zorg

                        KBA:

                        1. Stelt het toestandsbeeld vast van een patiënt met acute ziektebeelden met behulp van de ABCDE  systematiek en voert daarbij de noodzakelijke handelingen uit.
                        2. Handelt getrieerde consulten en visites naar urgentie af.
                        3. Legt bevindingen, diagnose en beleid vast en draagt deze helder over.
                        4. Bepaalt het medisch beleid in samenwerking met andere (para)medische hulpverleners en mantelzorgers.


                        Leerdoelen

                        De aios:

                        1. Stelt aan de hand van anamnese en lichamelijk onderzoek de differentiaal diagnose op bij een patiënt met acute buikpijn.
                        2. Vraagt doelmatig aanvullend onderzoek aan bij een patiënt met acute buikklachten, en trekt hieruit de juiste conclusies.
                        3. Stelt een passend beleid op bij een acute buik in de eerste lijn en legt dit uit aan de patiënt.

                        Curriculumcommissie

                        akkoord: februari 2020

                        Beheerder

                        L.Niessen

                        Revisies
                        Versienr. Datum herziening Beheerders
                        2020.1.0. maart 2020 L Niessen, J van Rhenen, W Bedaux

                        Datum van wijziging: maart 2020

                        Het programma is vanuit het vorige “acute buik” programma licht aangepast: werkvormen zijn aangepast, casuïstiek is uitgebreid, en casus pancreatitis is toegevoegd. Het gedeelte buikproblemen bij kinderen is nu uit het programma gehaald, omdat dit elders al aan bod komt. 

                           

                        • Handouts Spoedeisende somatiek: acute buik Map
                        • 2

                          Zowel in de huisartsenpraktijk als op de huisartsenpost kun je geconfronteerd worden met ernstige en minder ernstige cardiale klachten en aandoeningen, zoals pijn op de borst en acute dyspnoe. Het is dan zaak snel een diagnose te (durven) stellen aan de hand van je anamnese en lichamelijke en aanvullende onderzoek. 

                          In het onderwijs van jaar 1 heb je je al verdiept in het diagnostisch denkproces bij de patiënt met pijn op de borst, met name hoe je onderscheid maakt tussen coronair lijden en atypische aandoeningen. Lastig!

                          Inmiddels heb je meer ervaring. En je zit nu in een andere setting, waarbij je ook in aanraking komt met andere ernstige cardiale aandoeningen, zoals pericarditis, hartritmestoornissen en hartfalen. Een goed moment om het complexe oordeel of een cardiale oorzaak waarschijnlijk of juist onwaarschijnlijk is nog eens te bespreken. 

                          Dit onderwijsprogramma biedt je dan ook handvatten om onderscheid te maken tussen potentieel ernstige en niet-ernstige cardiale klachten en wat je in deze gevallen als huisarts en als SEH-arts kunt (en moet) doen. 

                          Veel plezier!

                           

                          Thema's, KBA's en lijnen

                          Thema: Spoedeisende zorg

                          KBA:

                          1. Stelt het toestandsbeeld vast van een patiënt met acute ziektebeelden met behulp van de ABCDE systematiek en voert daarbij de noodzakelijke handelingen uit.
                          2. Legt bevindingen, diagnose en beleid vast en draagt deze helder over.

                          Leerdoelen

                          De aios:

                          1. De aios kan bij een eerstelijns volwassen patiënt met aspecifieke (sub)acute pijn op de borst  onderscheid maken tussen ernstige en niet-ernstige klachten en aandoeningen, met name ernstige aandoeningen anders dan coronairlijden.
                             a. De aios weet in welke mate risicofactoren en diagnostische kenmerken een ernstige aandoening meer of minder waarschijnlijk maken.
                             b. De aios kan een differentiaal diagnose met werkhypothese opstellen aan de hand van anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek.

                          2. De aios kan bij volwassenen een niet-levensbedreigende hartritmestoornis vaststellen en de behandelmogelijkheden in de huisartspraktijk benoemen, indiceren en toepassen
                            a. Zoals Valsalva-manoeuvre bij AVRT/ AVNRT
                            b. Ongecompliceerd atriumfibrilleren bij 65-plussers

                          3. De aios kan bij een eerstelijns volwassen patiënt met aspecifieke (sub)acute dyspnoe  onderscheid maken tussen ernstige en niet-ernstige klachten en aandoeningen.De aios kan bij een volwassen patiënt met acuut hartfalen de (niet-) medicamenteuze beleidsopties in de huisartspraktijk benoemen, indiceren en toepassen.
                             a. De aios kan benoemen in welke mate risicofactoren en diagnostische kenmerken een ernstige cardiale aandoening meer of minder waarschijnlijk maken.
                             b. De aios stelt een differentiaal diagnose met werkhypothese op aan de hand van anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek.

                          4. De aios kan bij een volwassen patiënt met acuut hartfalen de (niet-) medicamenteuze beleidsopties in de huisartspraktijk benoemen, indiceren en toepassen.

                          Curriculumcommissie

                          akkoord: september 2019

                          Beheerder

                          L.Niessen

                          Revisies
                          Versienr. Datum herziening Beheerders
                          2019.1.0. oktober 2019 G.Baaten,J.v.Rhenen 

                          Datum van wijziging: juli 2019

                          Oktober 2019:

                          Het betreft een nieuw onderwijsprogramma. De onderdelen pijn op de borst en dyspnoe zijn origineel; voor het onderdeel hartritmestoornissen is deels gebruik gemaakt van de powerpoint presentatie van het oude onderwijsprogramma Hartritmestoornissen.

                           

                             



                          • 2

                            Welkom

                            Tijdens de STARtclass heb je algemene kennis opgedaan over en vaardigheden geleerd in het toepassen van de ABCDE-systematiek bij een patiënt met bewustzijnsstoornissen. In dit onderwijsprogramma willen we hier dieper en breder op in gaan en (praktische) problemen die je tegen kan komen binnen de acute neurologie bespreken.

                            Denk bijvoorbeeld aan een kind dat op zijn of haar hoofd is gevallen en 2x heeft gebraakt maar verder geen klachten heeft. Of een alleenstaande oude man die op zijn hoofd is gevallen, geen antistolling gebruikt, maar wel kortdurend het bewustzijn heeft verloren. Een jonge dame die een hockeybal tegen haar hoofd heeft gekregen en, na het nuttigen van een paar biertjes na de wedstrijd, zich niet goed voelt? Wie geef je een wekadvies, wat is de waarde daar eigenlijk van en hoe leg je dat uit?

                            En wat vertel je de vrouw die 2 maanden na een licht hoofdtrauma nog steeds klachten heeft die haar werkzaamheden belemmeren? Verder gaan we in op een veelvoorkomend probleem wat je ook vaak in de eerste lijn tegenkomt: acute hoofdpijn. Wat zijn alarmsymptomen en wanneer kan je rustig afwachten? Het beleid bij chronische hoofdpijnklachten komt in het onderwijsprogramma “hoofdpijn” in jaar 1 aan bod.

                            Veel leerplezier!

                            Video: hersenletsel na sportongeval komt vaker voor


                            Thema's, KBA's en lijnen

                            Thema: Spoedeisende zorg

                            KBA:

                            1. Stelt het toestandsbeeld vast van een patiënt met acute ziektebeelden met behulp van de ABCDE systematiek en voert daarbij de noodzakelijke handelingen uit.
                            3. Legt bevindingen, diagnose en beleid vast en draagt deze helder over.
                            7. Organiseert het medisch beleid in samenwerking met andere (para) medische hulpverleners en mantelzorgers.
                            9. Trieert telefonisch, stelt urgentie vast, bepaalt medisch beleid en geeft instructies in begrijpelijke taal


                            Thema: Korte episode zorg

                            KBA:

                            1. Schat de urgentie van de hulpvraag in en bepaalt de soort verrichting die noodzakelijk is
                            2. Verheldert de hulpvraag, neemt de anamnese af en voert onderzoek uit.
                            3. Voert aanvullende diagnostiek uit.
                            4. Stelt de behandeling en het beleid in, informeert en adviseert.
                            6. Sluit de episode af door de behandeling en het beleid te evalueren. 

                            Leerdoelen

                            De aios:

                            1. de patiënt met een hoofdtrauma onderzoeken en behandelen conform de richtlijnen van de NHG standaard “Hoofdtrauma”, daarbij rekening houdend met specifieke groepen zoals kinderen, ouderen  en gebruikers van antistolling.
                            2. de waarde van het wekadvies benoemen en deze kunnen uitleggen.
                            3. de patiënt bij een hoofdtrauma informeren en adviseren  en de bijbehorende prognose uitleggen.
                            4. de differentiaal diagnose opstellen bij acute hoofdpijn.
                            5. uitleggen welk beleid gevoerd wordt bij een patiënt met acute hoofdpijnklachten volgens de NHG richtlijn.
                            6. de alarmsymptomen van acute hoofdpijn herkennen. 



                            Curriculumcommissie

                            akkoord: februari 2020

                            Beheerder

                            L.Niessen

                            Revisies
                            Versienr. Datum herziening Beheerders
                            2020.1.0. maart 2020 L Niessen, J van Rhenen, W Bedaux

                            Datum van wijziging: maart 2020

                            Sinds 2016 geen nieuwe richtlijnen noch belangrijk negatieve feedback waardoor geen inhoudelijke aanpassingen. Is in nieuwe format gezet

                               


                            • 10

                              In dit onderwijsprogramma wordt stap voor stap uitgelegd wat de vervolgstappen zijn als je een klacht krijgt. 

                              Tevens worden in dit onderwijsprogramma de zogenoemde bedrijfsopvangteams besproken. Al bijna 15 jaar zijn er bedrijfsopvangteams (BOTs) actief in onder meer ziekenhuizen, ggz-instellingen, ambulancediensten en huisartsenposten. Medewerkers uit het eigen team worden getraind om hun collega’s op te vangen na een heftige gebeurtenis. Bij huisartsenposten bijvoorbeeld worden de huisartsen getraind, maar ook de triagisten en verpleegkundigen. Soms zijn er ook BOT-buddyteams. In dit team zitten huisartsen en verpleegkundigen die extra begeleiding kunnen geven na ernstige incidenten of calamiteiten die plaatsvinden tijdens een dienst op de hap, én tijdens de klachten- of tuchtrechtprocedure die daar eventueel op volgt.

                              In het onderwijsprogramma Patiëntveiligheid in jaar 1 gaat het met name over de VIM procedure en komen de ‘human factors’ aan bod, d.w.z. de factoren die een rol spelen bij het ontstaan van incidenten. 

                              In het onderwijsprogramma ‘Patiëntveiligheid jaar 3’ gaan we dieper in op patiëntveiligheid en VIM en oefenen we het gesprek aan te gaan met een patiënt n.a.v. een incident/fout. 

                              Het indienen van een klacht is zowel voor de patiënt als de arts een emotionele ervaring. De meeste patiënten moeten heel wat overwinnen voor zij hiertoe overgaan. Bij de artsen kan het ontvangen van een klacht over hun eigen beroepsfunctioneren een schokeffect teweegbrengen. Het is belangrijk om te weten wat je moet doen als je een klacht ontvangt.

                              In de jaren negentig van de vorige eeuw zijn een aantal wetten tot stand gekomen, waarin de rechten en plichten van patiënt en arts zijn vastgelegd. Deze zijn in 2016 grotendeels vervangen door een nieuwe wet, namelijk de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz).

                              Wat dit precies voor de huisarts inhoudt zal tijdens het onderwijsprogramma nader worden toegelicht.

                               

                              Bron afbeelding: http://ncz.nl/igz-houdt-toezicht-op-nieuwe-wet-de-wkkgz/


                              Thema's, KBA's en lijnen

                              Thema: Praktijkmanagement

                              KBA 4: Levert een bijdrage aan de patiëntveiligheid door het melden, analyseren en afhandelen van patiëntveiligheidsproblemen. 

                              Lijn: Professionaliteit

                              Leerdoelen

                              De aios:

                              1. Weet op welke manieren een patiënt een klacht kan indienen. Hoe een klacht tot stand komt.
                              2. Kent de inhoud van de wkkgz en de betekenis van de wkkgz voor de huisarts.
                              3. Weet op welke wijze een klacht moet worden afgehandeld. 
                              4. Is op de hoogte van het bestaan van BOT-teams en weet hoe ze hulp kunnen bieden. 



                              Curriculumcommissie

                              akkoord: januari 2021

                              Beheerder

                              S.Geurts

                              Revisies
                              Versienr. Datum herziening Beheerders
                              2021.01.01 januari 2021 S.Geurts

                              Datum van wijziging: maart 2020

                              Het onderwijsprogramma ‘ patiëntveiligheid jaar 2’  is een combinatie van het al bestaande programma ‘klachtrecht’ en het nieuw ontwikkelde programmaonderdeel over ‘BOT-teams’. 

                              Het oude programma ‘klachtrecht’ uit 2016 is ge-updated naar de meest recente wetgeving. Er is ook een 3e jaars programma ‘tuchtrecht’, vandaar dat we daar in dit programma niet verder op in gaan. 

                              Patientveiligheid komt in alle 3 de opleidingsjaren aan de orde:

                              Jaar 1: 
                              Tijdens de introductieperiode de VIM-procedure in de opleidingspraktijk.
                              Patientveiligheid jaar 1: de begrippen ‘patiëntveiligheid’ en ‘Veilig Incidenten Melden (VIM)’. Tevens analyseren we een incident uit de eigen opleidingspraktijk. Ook komen de ‘human factors’ aan bod, die een rol spelen bij het ontstaan van incidenten. 

                              Jaar 2: 
                              Het krijgen van een klacht; hoe gaat het in z’n werk en wat komt er bij kijken? Ook worden de bedrijfopvangteams (BOT’s) besproken, zij ondersteunen bij klachten/incidenten.

                              Jaar 3:
                              Patiëntveiligheid jaar 3:  hierbij gaan we dieper in op patiëntveiligheid en VIM. Ook bespreken we kort hoe een melding bij de Inspectie van Gezondheidszorg en Jeugd wordt gedaan.
                              In het 2e deel van het programma is er een acteur in de werkgroep aanwezig, waarbij we gaan oefenen om het gesprek aan te gaan met de patiënt n.a.v. een incident/fout.

                              Keuze-onderwijs patiëntveiligheid: is sinds augustus 2022 opgenomen in de andere programma's).

                              NB Tuchtrecht komt in het 3e jaar aan bod in een apart onderwijsprogramma

                                 

                              • Handout ppt met notities Klachtrecht Bestand
                                Niet beschikbaar tenzij: De activiteit Evaluatie Patiëntveiligheid als voltooid is aangeduid.